Hoe doe je Trikonasana?
- Yoga met Lieneke
Trikonasana is één van de basishoudingen, of misschien wel dé basishouding, van de Hatha Yoga. Deze houding is ogenschijnlijk heel simpel, maar het kost jaren om deze goed onder de knie te krijgen.
In deze blog bespreek ik kort de techniek van de houding en geef ik een aantal belangrijke correcties. Maar ik hoop vooral te laten zien dat er geen one size fits all Trikonasana is. Dit principe geldt eigenlijk voor alle houdingen, maar doordat Trikonasana zo veel varianten heeft, is dit een uitstekend voorbeeld.
Varianten van Trikonasana

In de Iyengar Yoga maken ze de afstand tussen de voeten vaak iets groter. Zo kun je de rug volledig verlengen, maar toch de vingers op de grond plaatsen.

In de Hatha Yoga plaats je de hand soms op de enkel. Of, zoals in de foto hierboven, tegen de enkel, zodat je de houding op kracht kunt oefenen.

In de Ashtanga Yoga pakken ze de grote teen vast. Je trekt aan de teen en strekt zoveel mogelijk uit en omhoog. De teen drukt hierdoor extra naar beneden, wat de benen meer kracht geeft.
Een aantal correcties voor Trikonasana
Deze ‘Trikonasana’ is een heel goed voorbeeld van hoe het níet moet:
– De achterste tenen wijzen niet naar buiten en al zeker niet naar achteren. Draai de voet iets naar binnen zodat de tenen ongeveer 45 graden zijn ingedraaid.
– De hand hoort niet aan de binnenzijde van het voorste been te staan, maar aan de buitenzijde.
– De hand kan plat op de grond, maar alléén als er een hoog niveau van flexibiliteit is bereikt. In de foto buigt ze bijna voorover, wat je niet doet in Trikonasana.
– Wanneer de hand aan de buitenkant van de voet is, of op de enkel, of op een blok, dan zijn de schouders uitgelijnd boven het voorste been en boven elkaar. Ook wijst de kruin van het hoofd dan niet meer naar binnen, maar is deze in lijn met het voorste been.
– Tot slot, de vingers van de bovenste hand zijn hier overdreven uitgestrekt. Houd de hand ontspannen en de vingers net iets van elkaar vandaan als je de hand wegstrekt.
In deze Trikonasana gaat het al een stuk beter. De achterste voet mag iets meer indraaien, maar staat naar binnen. De schouders en het hoofd zijn bijna in lijn met het voorste been. Er zijn twee belangrijke punten die ik hier wil corrigeren:
– Haar linker zij is langer dan haar rechter zij, die helemaal ineen buigt. Ze wil iets meer hoogte nemen met haar onderste arm, door haar hand op haar enkel of op een blok te plaatsen. Vanuit daar wil ze haar rechter zij gaan verlengen naar voren, zodat de rug recht blijft.
– Het tweede punt is haar bovenste arm. Dit gebeurt héél vaak. Er is zoveel gaande in het hele lichaam dat het strekken van de arm bijna niet gevoeld wordt. Probeer niet alleen te openen, waardoor de arm vaak naar achteren komt te hangen zoals hier; probeer de arm omhoog te strekken, in lijn met de onderste arm en in samenwerking met het verlengen van de ruggengraat.
Ik ben lang niet altijd een voorstander van het gebruik van props, maar wanneer je werkt aan een goede alignment in Trikonasana, is het verstandig om hier een blok bij te gebruiken. Met behulp van een blok kun je je hand namelijk echt afzetten en je concentreren op de beweging omhóóg.
Je kunt op de volgende twee foto’s het verschil goed zien. In de eerste foto hangt Anne in haar zij / rug, waardoor ook haar arm niet actief omhoog strekt. In de tweede foto zet ze actief af vanuit haar onderste hand en is ze ‘aanwezig’ in haar hele lichaam.
Een laatste opmerking over de positie van het hoofd. Veel mensen ervaren spanning in de nek wanneer ze het hoofd draaien om maar naar de bovenste hand te kunnen kijken. Wanneer de schouders volledig in de rug zijn en de borst goed opent, dan is het draaien van het hoofd licht en makkelijk. Probeer je hier op te concentreren en totdat dit lukt, houd het hoofd recht en kijk naar de muur of zelfs naar beneden.
Wanneer je geïnteresseerd bent in alignment en anatomie en meer wilt leren over de techniek van de houdingen, dan is het Alignment & Sequencing werkboek een goed yoga studieboek voor jou.
© 2024 Lieneke’s Yoga Company